Kleding Voorschriften
1 Kleding
De rijder moet een één-delige goed passende overall dragen. ( tweedelige pak heeft niet onze voorkeur )
In rijpositie mag er geen onbeschermd stuk zitten tussen schoen/laars en pak.
Harde verstevigingen op schouders, ellebogen, heupen, knieën, stuitje en rug zijn sterk aanbevolen.
Ook heeft het de voorkeur op de aangegeven plaatsen leren glijstukken aan de buitenkant van het pak te hebben.
Het dragen van een rugbeschermer is verplicht. Dit geld ook voor de handschoenen welke van leer, of van een ander materiaal met dezelfde relevante eigenschappen vervaardigd dienen te zijn, met verstevigingen op de bovenhand, knokkels en gewrichten.
Het te dragen schoeisel moet van leer zijn of van een ander materiaal met dezelfde relevante eigenschappen en de enkels te bedekken. Het dragen van oogbescherming in de vorm van een onbeschadigd vizier of een goed aansluitende bril is verplicht.
2. Helmen
Gedurende training en wedstrijd moet de deelnemer zodra hij op zijn motor zit om aan de training of wedstrijd deel te nemen een goed bevestigde, beschermende en in goede staat verkerende helm dragen.
De helm dient te zijn voorzien van een geldige ‘MONjaarsticker’ voor motorsporthelmen. ( word aangeboden tijdens 1 van de evenementen door de MON )
De helm moet een goede pasvorm hebben op het hoofd van de deelnemer.
De keurmeester zal zich van de pasvorm en bevestiging op het hoofd kunnen overtuigen. Daarbij mag een kinband niet over de kin getrokken kunnen worden en mag de helm, ook niet met enige kracht naar voorwaartse of achterwaartse richting van het hoofd gekanteld kunnen worden.
Het gebruik van een volledig gesloten, zogenaamde ‘full-face’ helm verplicht (uitsluitend het ECE 22-05 “P“ type / JIS , uitsluitend het “TYPE 2 FULL FACE“ type). of een Cross helm met een goede bril is ook toegestaan. wel met de juiste coderingen
Alleen helmen met een kinband snel sluit systeem en bij voorkeur “dubbel D”-sluiting als retentiesysteem zijn toegestaan.
Een rijder is te aller tijde zelf verantwoordelijk voor het dragen van een deugdelijke helm. Om veiligheidsreden is het niet toegestaan dat er ( lang ) haar onder de helm uitsteekt, het haar dient “ opgebonden “ te worden of men dient gebruik te maken van een helmmuts.
Een helm is gemaakt om bescherming te bieden en is niet bedoeld als platform om voorwerpen, bijvoorbeeld helmcamera’s, op te monteren of te lijmen.
Ter allertijden dient tijdens het rijden op de baan het vizier 100% dicht te zijn evenals de crossbril dient de ogen helemaal te bedekken.
Helm inspectie
Een MON jaarsticker wordt door de Technische Commissie op een helm aangebracht nadat bij inspectie is gebleken; *dat de helm is voorzien van het officiële ECE- goedkeuringslabel of een door de FIM erkend goedkeuringslabel welke vast in de helm is bevestigd en goed leesbaar aangeeft, het betreffende goedkeuring- en serienummer; *dat er sprake is van een winkelnieuwe, dus ongebruikte en in goede staat verkerende helm of – naar het oordeel van de TC – in nieuw staat verkerende helm; *dat er geen aangebrachte veranderingen zijn doorgevoerd, die een inbreuk op de ECE goedkeuringsnorm betekenen.
In dat geval zal dat als een helm zonder goedkeuringslabel worden aangemerkt.
Geldigheidsduur
Een MON jaarsticker heeft een geldigheid van maximaal vier jaar. Hiervoor wordt een sticker met jaartalaanduiding in een wisselende kleur gebruikt. Een helm waarvan de geldigheid van het toelatingsmerk is vervallen kan niet opnieuw worden voorzien van een jaarsticker. Kortom; een helm heeft in de motorsport een maximale ‘gebruiksduur’ van vier jaren. Helmen die naar het oordeel van de TC door een beschadiging – bijvoorbeeld na een valof anderszins niet meer voldoen aan de voorwaarden in dit reglement, of waaraan anderszins een defect wordt waargenomen, verliezen hun toelating. Hiertoe zal de technisch official de MON jaarsticker van de helm verwijderen.
Verplichting rijder
Het is de plicht van de rijder, zijn helm bij de aanvang van een nieuw motorsportjaar bij de TC ter inspectie aan te bieden. Het is de plicht van een rijder, zijn helm, nadat hij bij een valpartij is betrokken geweest, direct bij de TC ter inspectie aan te bieden. De betreffende nummers van de helm worden vastgelegd en de helm kan voor nader onderzoek in bewaring worden gehouden.
3 Oogbescherming
Het is toegestaan een (optische) bril te dragen, evenals het gebruik van een vizier en vizierbescherming (zgn. ‘tear offs’). Het materiaal van glazen of vizieren moet splintervrij zijn. Vizieren moeten een standaard onderdeel van de helm zijn. Een vizier of glazen die ernstig zijn bekrast of beschadigd mogen niet worden gebruikt.